Nadat in mei 1940 de Duitsers Nederland hebben bezet, wordt de jonge SS-officier Martin Krebbs naar Huis Doorn gestuurd, waar de Duitse, in 1918 afgezette keizer Wilhelm II (1859-1941) woont. Als de Duitse inlichtingendienst info krijgt dat de Britten Wilhelms huishouding infiltreren, moet Krebbs zich in het huis vestigen en daar de Nederlanders vervangen door SS’ers. Zo krijgt hij veel contact met Wilhelm en zijn tweede vrouw en leert hij het Friese dienstmeisje Akki kennen. Hij wordt verliefd op haar; als ze een relatie krijgen, vertelt ze dat ze joods is, en bovendien Brits spionne. De dag erna komt SS-leider Himmler op bezoek, wat spanningen oplevert waardoor de keizer overlijdt en Akki verdwijnt. Deze zevende roman van de vroegere leraar en diplomaat werd positief besproken in de Britse pers. Het op feiten gebaseerde, goed vertaalde verhaal is boeiend en uitstekend opgebouwd met twee goed verweven plots. Het zal vooral lezers aanspreken bekend met de recente Duitse geschiedenis en het lot van Wilhelm II.